Op basisschool De Kleine Prins in Diest (België) zijn de leerkrachten verdeeld over vijf communities. Daarbinnen organiseren zij alles zelf op het vlak van administratie, financiën en organisatie. In het community-overleg bepalen de leerkrachten zelf waar ze aan werken. Soms leggen ze de agenda voor de komende weken vast of werken ze aan de organisatie van de kantine, regelen ze een verhuizing of houden ze leerlingenoverleg. Voorheen moesten alle leerkrachten een vast aantal uren participeren in werkgroepen, iedereen evenveel. Sinds twee jaar heeft de school dit losgelaten. Iedereen die zich wil engageren kiest nu voor een of meer uitdagingen. Iedereen draagt zo op zijn eigen manier zijn steentje bij, met meer enthousiasme en bezieling.
Nesten
Binnen elke community zijn er nesten, dat zijn de homogene leeftijdsgroepen (2 klassen). In elk nest zijn 2-3 fulltime leerkrachten die gezamenlijk alle taken en verantwoordelijkheden dragen. De docenten bewaken onderling de taakverdeling, zodanig dat iedereen doet wat hij of zij graag doet en iemands kwaliteiten worden versterkt. Dat is niet altijd eenvoudig. Vanwege de intensieve samenwerking moeten leerkrachten van De Kleine Prins hun collega’s goed leren kennen en ook zichzelf als docent (opnieuw) leren kennen. Voor sommigen is dat buiten hun comfortzone. De leerkrachten hier kunnen niet simpelweg hun lessen draaien en uitvoeren wat de directeur vraagt. Niet langer komt de zorgleraar op bezoek in de klas, het team draagt gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor zorgtaken binnen hun nest. De organisatie verschilt van nest tot nest, maar overal is eenzelfde thuisgevoel. Dat heeft te maken met een heldere gemeenschappelijke visie.
Talenten van leerlingen zien
De gemeenschappelijke visie van De Kleine Prins bestaat uit vijf pijlers: betrokkenheid, welbevinden, eigenaarschap, contextrijk leren, talent en talentontwikkeling. Welbevinden is samen met betrokkenheid de basis om te leren. De leerling leert hoe hij eigenaar wordt van zijn eigen leerproces. De lessen vertrekken zoveel mogelijk vanuit de leefwereld van de leerling. De leerkrachten zien in elk kind talent en geloven dat ze samen dat talent kunnen ontwikkelen. In de visie van De Kleine Prins is de relatie tussen de leraar en de leerling erg belangrijk, zonder die relatie is er geen leerprestatie. Leerkrachten gaan twee jaar mee met hun leerlingen. Daardoor kennen ze hen goed en kunnen ze hen optimaal begeleiden richting zorg, leerdoelen en eindtermen. Na een vakantie kunnen leerkrachten meteen weer aan de slag met een klas die zie door en door kennen.
Visie als toetssteen
Directeur Tom Hoeyberghs (36): ‘We doen niet zomaar iets omdat we dat altijd al zo deden. Kinderen in de rij laten staan voor ze binnen gaan? Past dat binnen de visie van De Kleine Prins? We gebruiken onze visie als toetssteen. Zo behouden we continu een kritische blik op wat we doen. Doordat we constant vertrekken vanuit de visie is het duidelijk voor iedereen waarom we iets doen of iets op een bepaalde manier doen. Het biedt ruimte voor initiatief en om je verantwoordelijkheid op te nemen op basis van vertrouwen. De teams (nesten) kunnen daardoor enorme snelheid maken. Leraren werken of met plezier aan een project of werkgroep, of helemaal niet.
Tijd nodig
Op 1 september 2018 begon De Kleine Prins in de nieuwe structuur. Iedereen kreeg de tijd om mee te doen, iedereen mocht kiezen en mee-ontwikkelen. Maar het vergt tijd om iedereen zijn plek te laten zoeken. De directeur voerde veel individuele gesprekken om afspraken te maken, bijvoorbeeld met mensen die zorg als privilege zagen, dat nu aan alle leraren werd toevertrouwd. Hij maakte hen duidelijk dat het geen degradatie was en dat iemands expertise juist beter wordt ingezet voor het hele team.
Muren weggebroken
De nieuwe structuur vergde een ingrijpende verandering van het schoolgebouw. De lokalen zijn vervangen door open ruimtes waar twee of drie leerkrachten les geven en begeleiden. Alle muren zijn weggehaald tussen de gescheiden klaslokalen. Op de begane grond zijn de nesten voor de kleuters, met zachte en natuurlijke kleuren, zodat de ruimtes rust uitstralen. Ze zijn niet volgestouwd met speelgoed of behangen met tekenfilmfiguren. De kleuters kunnen af en toe een luchtje scheppen in een afgebakend stukje van de speelplaats.
Op de eerste en tweede verdieping van De Kleine Prins bevinden zich de overige kinderen. In elk nest zijn eilandjes gebouwd van tafels waar vier of zes leerlingen kunnen werken. Elke leerling doorloopt op eigen ritme het leerplan. Elk nest heeft bovendien een houten tribune die kan dienen als podium voor voordrachten of groepsgesprekken. Daarnaast is in elk nest een afgesloten instructieklasje waar op de klassieke manier les gegeven kan worden aan groepjes die er behoefte nood aan hebben. Voor leerlingen die liever alleen studeren of lezen, is er een aparte hoek.
Leiderschap
Zelforganisatie vraagt om een andere vorm van leiderschap. Directeur Tom Hoeyberghs geeft zowel aan de leerkrachten als aan de ouders verantwoordelijkheid: ‘Ik laat de leerkrachten niet los maar pak ze anders vast.’ Hij is van alles op de hoogte, maar bemoeit zich niet met alles. Als hij merkt dat iets zijn aandacht nodig heeft, dan gaat hij eerst alle informatie halen. Hij komt tussenbeide als het nodig is. Vroeger ging de grootste klager naar de directeur en die moest het maar oplossen. Dat werkt niet, is zelfs contraproductief, want de klager leert er niets van. Persoonlijke groei voor de leraar is belangrijk. Soms is dat een proces dat tijd nodig heeft.
Resultaten
Door deze manier van werken vullen de leerkrachten elkaar aan in de klas. En dat versterkt de kwaliteit van het onderwijs. De leerlingen presteren beter doordat de teams op elkaar ingespeeld zijn en zelf beslissingen kunnen nemen. Zo wilden de leerkrachten krukjes die flexibel te gebruiken zijn. Sommige docenten willen die krukjes ook gebruiken in de gang. Binnen de nesten beheren de leerkrachten zelf hun budget en zoeken zelf naar passende modellen. De directeur adviseert hen over brandveiligheid en de voldoende vrije doorgang die er moet zijn. Daardoor zijn de klaslokalen zijn ineens een stuk ruimer omdat de ruimte in de gangen wordt gebruikt als individuele werkplekken en leeshoeken.
Daarnaast vergaderen de leerkrachten van De Kleine Prins efficienter dan voorheen. Ieder nest stuurt een afgevaardigde naar de personeelsvergadering en community-overleg. Wie niet aanwezig was op de vergadering hoort de informatie via de afgevaardigde. Als je iets wilt weten of inbrengen, dan kun je ook zelf gaan. Zo hoeft niet iedereen een vergadering bijwonen die voor een klein deel gaat over agendapunten die niet relevant zijn voor hem of haar.
Bron: Klasse, 5 juni 2018
Geef een reactie