Integratie via zelforganisatie

Nederland lijkt soms een paradijs vergeleken bij buurlanden als Groot-Brittannië, Italië, Frankrijk en Griekenland. Een toegenomen integratie in de steden, steeds meer nationaliteiten bij elkaar in een wijk. Er lijkt steeds minder samenhang en een groeiend gevoel van onveiligheid. In veel landen om ons heen voelt een groot deel van de bevolking zich miskend en overweldigd door immigranten en geeft daar ‘Europa’ de schuld van. In landen uit de voormalige Sovjet-sfeer lijkt de sfeer nog grimmiger.

BoutellierVeiliger of onveiliger?
De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid publiceerde eerder deze maand een studie over migratie diversiteit. De strekking van deze studie is niet optimistisch: ook in Nedelrand voelen meer mensen zich onveilig.
Hans Boutellier, wetenschappelijk directeur van het Verwey-Jonker Instituut. dat al 25 jaar onderzoek doet naar zorg, welzijn, integratie, veiligheid en leefbaarheid van de samenleving, komt echter tot een andere conclusie: integratie van mensen met een migratieachtergrond gaat steeds beter en Nederland wordt steeds veiliger ervaren. Hans Boutellier: ‘Er zijn allerlei problemen, en het is goed dat de WRR deze benoemt. Maar ik vind de uitkomst niet verrassend: hoe meer diversiteit, des te minder thuisgevoel. En dat ook de criminaliteit dan hoger is, verschilt niet van de al bekende oververtegenwoordiging van mensen met een migratieachtergrond in de criminaliteitsstatistieken. De vraag is niet of er problemen zijn, maar hoe je ze wilt aanpakken: polariserend of inclusief. De samenleving is meer divers dan sommigen denken. Diversiteit productief maken, dat is de opgave. Als je dat voor elkaar krijgt, heb je als land de beste papieren voor de toekomst’.

Gericht op oplossingen, zonder dominante leiding
Volgens Boutellier leven we in een chaotische zonder richting, waarin ondanks alles veel mensen samenwerken, gericht op oplossingen, zonder dominante leiding. Als Boutellier beschrijft hoe Nederland zich de afgelopen kwarteeuw heeft ontwikkeld, is hij optimistisch. Zijn eerste verklaring voor de in zijn ogen relatief vreedzame verhoudingen en gelsaagde integratien in ons land: ‘Nederland heeft kennelijk betere schokdempers. Met als grootste de onverschilligheid: leven en laten leven. Die immigratiesamenleving wordt min of meer geaccepteerd. Het is zoals het is voor veel Nederlanders. In 1993 vond 43 procent van de Nederlanders dat er te veel migranten waren. Nu is dat percentage gezakt tot 31.

Individualisering
De tweede scholdemper is volgens Boutellier de sterke individualisering. Men is nogal geneigd zich op de eigen groep te richten, daarom vlamt de vijandigheid recent soms even op. Het centraal stellen van het individu is al op gang gekomen in de jaren zestig van de vorige eeuw en is in de eenentwintigste eeuw alleen maar sterker geworden. We wilden weg van die dominante verhalen over hoe we moesten leven, over de verhouding tussen jong en oud, elite en arbeid, over de inrichting van de samenleving. Dat willen we zelf bepalen. Met het wegvallen van collectieve idealen en organisaties zijn mensen houvast gaan zoeken bij ‘primaire identiteiten’, dat waar je onontkoombaar aan vastzit: nationaliteit, etniciteit, gender en religie. De individualisering heeft een vaak problematische identiteitspolitiek opgeleverd. Identiteit ontstaat in het verschil met anderen. Dat is geen probleem; maar als men zich daarin vastbijt leidt verschil tot tegenstellingen, en uiteindelijk tot vijandschap. Dat is een riskante situatie. Vandaar dat verbinding voor zoveel mensen zo belangrijk is geworden.

Grote verwarring
Over deze onverschilligheid en indiviualisering kwam de laatste decennia de migratiegolf gespoeld. Precies toen westelijke samenlevingen seculariseerden en ideologieën begonnen te relativeren: ieder kon zijn eigen God kiezen of denken het zelf te zijn. In deze context arriveerden nieuwkomers met allerlei nieuwe waarheden. Dat zorgde volgens Boutellier voor een grote verwarring en moeizame integratie. ‘Voor velen die van buiten kwamen was het volstrekt onduidelijk in welke politieke en morele omgeving zij terechtkwamen. Nederland heeft daar tot 11 september 2001 en de moord op Pim Fortuyn onverschillig of laconiek op gereagerd. De keerzijde van die onverschilligheid werd pas later zichtbaar: discriminatie, radicalisering, schurende opvattingen. Het was alsof Nederland wakker schrok. Gaandeweg zijn de nadelen van de onoverzichtelijke integratie op de voorgrond getreden.’

middenveldGemeenschap
Een tweede reden waarom het in Nederland relatief vreedzaam toegaat terwijl buurlanden boos en opstandig zijn, is dat Nederland altijd een land van gemeenschappen is geweest. Vroeger was het land verdeeld in zuilen met eigen organisaties, nog steeds is er een sterk middenveld: scholen, woningbouwcorporaties, zorginstellingen. Allemaal privaat-publieke diensten die tot op zekere hoogte nog steeds van de gemeenschap zijn. Boutellier: ‘Die tussenlaag dempt de scherpste tegenstellingen. Er is geen harde relatie tussen overheid en burger zoals in Hongarije of Frankrijk. Ook in Groot-Brittannië zijn minder dempende lagen tussen burger en bestuur.’

Langzame integratie
Je kunt je afvragen of we iets zijn opgeschoten met de integratie van mensen met een migratieachtergrond. Volgens Boutellierhebben we inderdaad nog steeds dezelfde problemen die we 25 jaar geleden signaleerden. ‘Maar de intimiderende overlast van Marokkaanse en Antilliaanse jongeren is bijna geen onderwerp meer. De traditionele islam zoals bij de eerste generatie migranten is aan het wegebben. Een behoorlijk deel van de jongeren gaat z’n eigen verhouding aan met hun religie. Sommigen zoeken het sterk in symbolen van de identiteitspolitiek, anderen voegen zich naar de niet-religieuze context waarin zij leven.’

migratiesamenleving
Migratiesamenleving

In Boutellier’s ogen heeft de Nederlandse samenleving op het gebied van diversiteit en integratie een ongelooflijke prestatie geleverd in een periode van vijftig jaar. ‘Op dit moment heeft Het is ongelooflijk hoe zich in een korte periode een migratiesamenleving heeft ontwikkeld. De Verenigde Staten hebben daar veel langer over gedaan. Je kunt wel zeggen dat die  ontwikkeling goed is opgevangen door Nederland.’
Feit is dat mensen met een niet-westerse migratieachtergrond nog steeds  Qua opleidingsniveau is het percentage dat verder leert gestegen, al zijn er nog steeds meer uitvallers ondr migranten dan onder oorspronkelijke Nederlanders. Onder hen is ook een hoger werkloosheidspercentage maar er zijn er ook meer aan de slag dan voorheen. Er zijn nog taalachterstanden, maar er zijn ook steeds mensen met een migratieachtergrond die studeren aan een universiteit.

Dynamisch houden
Hoe kijkt Hans Boutellier aan tegen financiering van Nederlandse moskeeën met buitenlands geld, dat hen in radicale richting zou drijven? ‘Er zijn inderdaad moskeeën die bedenkelijke financiering aannemen en naïef zijn over de invloed die zij daarmee in huis halen. Ik zou niet tegen een wettelijk verbod op dergelijke onwenselijke financiering zijn. Maar beter is in gesprek gaan. Wetgeving lokt verzet uit, drukt besturen in de verdediging. De kunst is de situatie dynamisch te houden.’

veiligheidVeiligheid als semantisch sleepnet
Sinds de jaren tachtig wordt al het nieuws door een bril van veiligheid bekeken. In het NOS Journaal gaat het in 60 procent van de tijd over onderwerpen die met veiligheid te maken hebben. Als een vluchteling met een mes mensen aanvalt spreken de media meteen van ’terrorisme’. ‘In mijn oratie heb ik veiligheid een ‘semantisch sleepnet’ genoemd. Wij hebben een utopisch verlangen naar een wereld die veilig is. Rond 2000 is er een enorme groei geweest van beleid en  begin ging het over inbraken, overvallen, misdrijven dicht bij huis Toen kwam de dreiging van terrorisme, radicalisering en door overheden gesponsorde misdrijven.’

Afname criminaliteit
In de jaren negentig stelde het Ministerie van Justitie een bouwprogramma  op om van 7.000 cellen naar 14.000 cellen te groeien. Daar staat nu een derde van leeg. In de jaren negentig waren de criminaliteitscijfers vertienvoudigd ten opzichte van dertig jaar eerder. Sindsdien is er een drastische afname. Niet alleen het aantal aangiftes gaat omlaag. Uit de Veiligheidsmonitor, de vroegere slachtofferenquêtes, blijkt het ook. Men ervaart een daling in misdaad.’ Boutellier: ‘Daar zijn twee verklaringen voor. Een demografische: criminaliteit is echt een jongerending. Ten tweede is er met succes aan preventie gedaan. Criminaliteit is moeilijker geworden. Bushokjes zijn bij wijze van spreken steviger.’

wietteeltOndermijning van de overheid
Er is – aldus Boutellier –  wel een ander type veiligheidsproblemen ontstaan. Lokaal zie je steeds meer ondermijning van de overheid en legale bedrijven Dan gaat het om grootschalige hennepteelt, de productie van ecstasy en mensenhandel en de hele business daaromheen van witwassen, het onttrekken van huizen, gecorrumpeerde functionarissen (van gemeenteraadsleden tot notarissen en van makelaars tot advocaten). Daarnaast is er veel huiselijk geweld (waar weinig aangifte van wordt gedaan), cybercrime en er zijn groeiende sociale spanningen. De gewone criminaliteit is in vijftien jaar met ongeveer een derde gedaald. Dat betekent niet dat er minder te doen is voor politie en Openbaar Ministerie. ‘Het gaat om veel ingewikkelder zaken. De ondermijning van het openbaar bestuur en de legale samenleving is echt groot. De omzet aan drugs in Tilburg is ongeveer even groot als de gemeentebegroting van die stad. Maar mensen ervaren dat vaak niet als bedreigend.’

Verlangen naar simpele oplossingen
Daarom nemen ook de gevoelens van onveiligheid af. Dat is iets anders dan het onbehagen, iets dat zeker wordt versterkt door de sociale media. ‘Het onbehagen is moeilijk te vatten. Ik denk dat Fortuyn gelijk had toen hij sprak over de  mensen missen geborgenheid in onze complexe netwerksamenleving. Moet je daarom mikken op meer sturing en meer autoriteit? Er is een onmiskenbaar verlangen naar De Grote Oplossing, een groot leider, of het nieuwe grote verhaal waar Bas Heijne iedere week om vraagt, een nieuwe utopische verbeelding.’

Zelforganiserende patronen
Hans Boutellier gelooft meer in het samenkomen van een heleboel oplossingen dan in een Groot Verhaal.zelforganisatie  Zijn  nieuwe (Engelstalige)  eindigt met het beeld van een zwerm spreeuwen. ‘Uit miljoenen interacties verschijnt toch een patroon. De netwerksamenleving lijkt chaotisch, maar dat valt tot op grote hoogte mee. Er zijn zelforganiserende patronen in de projecten en praktijken die mensen dagelijks met elkaar uitvoeren.’

Momenten en zwaartepunten
Boutellier ziet drie dingen die voor Nederlanders belangrijk zijn geworden en die zijn visie ondersteunen.

MH 171. Momenten. ‘Er zijn momenten dat we ons verbonden voelen met het grote geheel. Een voorbeeld is de terugkeer van de MH17-slachtoffers, autoriteiten op klapstoeltjes op het vliegveld, mensen klappend langs de weg. Je ziet het ook bij andere herdenkingen en begrafenissen, grote gebeurtenissen in de Arena of het Concertgebouw.’

2. Geen Groot Verhaal, wel veel verhalen. ‘Mensen ontdekken binnen hun eigen omgeving verhalen die hun leven betekenis geven. Voor de een is dat de bijbel, voor de ander kan het theater zijn, of een actie op Facebook.’

3. Zwaartepunten. ‘De samenleving rust uiteindelijk op instituties: menselijke organisatie. De rechtsstaat, de zorg, het onderwijs, de huisvesting, het bedrijfsleven. Je moet de universiteit eens binnenlopen, dat draait allemaal. Natuurlijk met problemen, maar toch. In die praktijken ligt heel veel richting besloten. De zorg berust op de onuitgesproken vraag: wat is goede zorg? In al dat onderwijs zit altijd een appèl om goed onderwijs te bieden, de hoop om kennis en inzicht van generatie op generatie over te dragen. Dat gebeurt gewoon, en het heeft stabiliteit, daarom noem ik het zwaartepunten.’

Tot slot
de belangrijkste prestatie van Nederland is de vernetwerking van onze samenleving, tegen de achtergrond van individualisering, internationalisering en informatisering. We leven minder voor en binnen het collectief, we definiëren meer onze eigen positie. We zijn een Facebooksamenleving geworden: dit ben ik, op deze wijze ben ik bereid me te verhouden tot het geheel. Daar gaat een interessante nieuwe dynamiek van uit. Er is een grotere bereidheid initiatieven te nemen. Burgers nemen deel, er is een enorme activiteit dankzij de nieuwe mogelijkheden van de netwerksamenleving. Voor Boutellier zijn een Nieuwe Leiderof een groot Verhaal niet de oplossingen. ‘Ik denk dat het de kunst is momenten te grijpen en de samenleving dynamisch te houden.’

Bron: De Correspondent

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.